Openigswoord VLARIO-dag: toekomst waterbeleid is duurzaam en circulair

31/03/2022
Extra maatregelen voor huisvesting vluchtelingen Oekraïne
17/03/2022
Zwerfvuilactie 2022: coronapandemie drukt haar stempel op onze natuur
04/04/2022
 

Dinsdag 29 maart mocht ik als voorzitter van de commissie Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie het openingswoord voorzien op de VLARIO-dag. Daar werden meer dan 850 deelnemers getrakteerd op een interessant programma, een innovatieve rioleringsbeurs en een uitgelezen netwerkmoment. Het thema dit jaar was: Burgemeester, waar stroomt uw saneringsbijdrage naartoe?

De wateruitdagingen zijn enorm. De zomer van 2021 was de natste sinds het begin van de metingen en we hebben allemaal de beelden van de overstromingen in het gebied rond de Vesder gezien. Maar ook bij ons in Vlaanderen waren er hevige overstromingen. Die beelden staan nog vers op het netvlies gebrand. Het waren onwezenlijke taferelen. Het schrille contrast met de voorgaande zomers met hitte en droogte was erg duidelijk. De gevolgen van klimaatverandering zijn voor ons steeds meer zichtbaar en voelbaar, vandaag al. Het is dus geen verhaal van de toekomst, maar een verhaal van nu en onmiddellijk.

VLARIO is hét overlegplatform en kenniscentrum inzake afval- en hemelwaterbeheer. Het inspireert door het delen van goede praktijken en het overbrengen van kennis en expertise. Ze zet duurzaam waterbeheer mee op de politieke agenda en vervult een rol in de sensibilisering naar de burgers toe. VLARIO is dan ook de ideale partner voor de leden van de commissie Leefmilieu van het Vlaams Parlement, waarvan ik voorzitter ben. Het waterbeleid van Vlaanderen in al zijn aspecten is één van de prioriteiten binnen die commissie. We maken Vlaanderen niet alleen klaar om een antwoord te bieden op de vele uitdagingen die klimaatverandering met zich meebrengen zoals extreme droogte en wateroverlast, maar trachten ook het algemene waterbeleid in Vlaanderen vorm te geven en bij te sturen. We hanteren daarbij duurzaam en circulair waterbeheer als sturende principes.

De afgelopen jaren heeft de commissie zo tal van hoorzittingen georganiseerd waarbij experts en andere belanghebbenden, waarvan verschillende hier vandaag aanwezig zijn, hun visie en ideeën konden toelichten. Daarnaast wordt er wekelijks ruimte voorzien voor parlementaire vragen die het huidige beleid kritisch onder de loep nemen en worden er beleidsvoorbereidende en beleidsondersteunende acties ondernomen. Een belangrijke werf van de afgelopen jaren is het opkrikken van de riolerings- en zuiveringsgraad in Vlaanderen. Ik denk dat niemand hier vandaag aanwezig het belang van proper water zal miskennen. Niet alleen de Vlaamse overheid, maar ook de lokale besturen, hebben enorm geïnvesteerd om de riolerings- en zuiveringsgraad op te treken. En met succes! De afgelopen 10 jaar hebben we de totale rioleringsgraad in Vlaanderen doen stijgen van 84% naar 88%, de zuiveringsgraad is zelfs nog sterker toegenomen van 76% in 2011 naar 86% eind 2021.

Lokale besturen zijn massaal ingegaan op de oproep van de Vlaamse regering om rioleringsprojecten niet op de lange baan te schuiven, maar juist versneld aan te pakken. Zo werd de doorlooptijd van 155 projecten gemiddeld met een factor 6 verkort en werd de historische achterstand bij gemeenten voor een groot deel weggewerkt. Toch blijven de uitdagingen enorm en zien we nog enkele lokale besturen achterop hinken. Om lokale besturen de handvaten te geven om die verschillende uitdagingen aan te pakken, stimuleren we de opmaak van hemelwater- en droogteplannen. Ik ben van mening dat ze een enorm nuttig instrument zijn en ik heb het brede gebruik bij alle lokale besturen ervan dan ook gretig bepleit in de commissie. Met de hemelwater- en droogteplannen ontwikkelen gemeentebesturen een integrale visie inzake waterbeleid met als doel het hemelwater zoveel mogelijk ter plaatse vast te houden, hetgeen we lokaal bufferen noemen. Daarbij zet men in op de infiltratie van het water in de grond. Waar dat niet mogelijk is, wordt captatie en hergebruik gestimuleerd.
 
 
natte natuur
 
 

Zoomen we even uit en kijken we naar wat er op grotere schaal gebeurt, belanden we al snel bij initiatieven rond natte natuur. De investeringen in natte natuur maken dan ook ongeveer de helft uit van het gehele investeringsbedrag van de Blue Deal. De verschillende projecten rond natte natuur zijn gericht op natuurlijke waterbuffering door onder meer het herstel van moerasgebieden, draslanden en andere vormen van natte natuur. Ook wordt er bijvoorbeeld geïnvesteerd in onthardingsprojecten, herstelt men oude meanders en versterkt men de valleigebieden rond de natuurlijke stromen. We moeten daarbij zorgen dat we zoveel mogelijk actoren kunnen overtuigen om hier mee hun schouders onder te zetten. We moeten er als overheid van afstappen te denken dat we alles zelf moeten doen. Zelf geloof ik er bijvoorbeeld sterk in dat we landbouwers mee kunnen en moeten overtuigen om agrarisch natuurbeheer te gaan doen of om via zelfrealisatie mee in te staan voor deze natte natuur. Het zorgt niet alleen voor meer draagvlak, maar het is ook sneller en kostenefficiënter dan dit als overheid allemaal zelf te willen doen.

Een ander topic waar ik graag naar verwijs, is de studie over de gemeentelijke saneringsbijdragen. Daaromtrent verwijs ik graag naar de talrijke parlementaire debatten in het recente verleden waarbij aan het licht kwam dat gemeenten en intercommunales overschotten boekten op de rioleringsactiviteiten. Daar werd ook vastgesteld dat het eigenlijk te lang duurde voor men over ging tot het aanleggen van rioleringen. Ik kijk dan ook enorm uit naar de resultaten van de studie. Iedereen is er immers bij gebaat dat middelen leiden tot realisaties op het terrein. Die dienen niet om ergens in een of andere reserve te worden gehouden.

Graag wil ik ook een lans breken voor innovaties die ons watersysteem slimmer, robuuster en duurzamer te maken. Daarbij wil ik graag verwijzen naar de toekomstige uitrol van de digitale watermeter bij particulieren, de inzet van waterscans voor bedrijven en de innovaties op vlak van lekverliezen. Lekken in toevoer- en distributieleidingen, reservoirs en op aftakkingen zorgen jaarlijks voor een verlies van meer dan 60 miljoen kubieke meter drinkwater, ongeveer een vijfde van de jaarlijkse productie in Vlaanderen. U begrijpt dat de uitdagingen op dat vlak dan ook torenhoog zijn.

Met de leden van de commissie Leefmilieu gaan we in april op werkbezoek bij het waterproductiecentrum water-link van AquaFlanders te Rumst. Daar zullen allerlei innovatieve toepassingen toegelicht worden en gaan we in gesprek met de verschillende CEO’s van de Vlaamse waterbedrijven over de uitdagingen en oplossingen voor Vlaanderen. Want we moeten er ons van bewust zijn dat het een moeilijke boodschap blijft om aan particulieren en bedrijven zuinig en slim om te gaan met water, terwijl er jaarlijks miljoenen kubieke meters drinkwater gewoon wegvloeien. Wat dit betreft hebben de beheerders van deze leidingen ook een duidelijke voorbeeldfunctie en een nadrukkelijke opdracht.

Als laatste wil ik graag nog een goede praktijk vanuit mijn gemeente Kampenhout aanhalen. Vanuit parlementair onderzoek is gebleken dat naar schatting in 10 procent van de bronbemalingen gebruik gemaakt wordt van een retourbemaling. Dat is heel weinig. Men doet dus in het grootste deel van de gevallen niet wat de regelgeving voor ogen heeft. Het toezicht daarop ligt bij de lokale besturen en die kunnen ook bijkomend maatregelen nemen. Mijn gemeente Kampenhout legt bij bemalingen de verplichting op een buffer aanleggen alvorens er geloosd wordt. Ook organiseren we dat bemalingswater opgevangen wordt in een tankwagen en verdeeld wordt over de hemelwaterputten van de inwoners. Door het delen van die goede praktijken moeten we elkaar kunnen inspireren om stappen te zetten op weg naar een circulair en duurzaam waterbeheer.

Het is duidelijk dat er al heel wat geïnvesteerd wordt in het waterbeleid, niet alleen door de Vlaamse regering en de lokale besturen, maar ook door bedrijven en particulieren. De uitdagingen zijn dan ook enorm: de riolerings- en zuiveringsgraad optrekken, Vlaanderen klaarmaken voor de impact van toenemende verstedelijking en klimaatverandering en particulieren & bedrijven overtuigen mee bij te dragen aan de oplossing ervan.